Bewegend rekenen

Op de rekenlijn vanuit een willekeurig punt verder leren tellen.

Tijdens het bewegend rekenen Je staat op het vijfde rondje
Ga drie rondjes verder.
Waar sta je?

Hier is een begin van de open en/of gesloten getallenlijn te gebruiken.
Je staat op 10,
ga 4 stappen verder.

In deze wordt er gelet of de kinderen de 10 ook eerst aftellen of dat ze rechtstreeks op de tien gaan staan.

Overige activiteiten

• Aan de hand van concrete materialen kastanjes, eikels, steentjes etc. Je hebt vijf steentjes, neem er nog eens drie bij.

• Werken met de rekenwerkschriften Kijk op die plaat staan drie huizen. Daar staan er nog twee meer. Hoeveel zijn er dat samen?

• Werken met materialen uit de rekenkist.

• Gebruik maken van telplaten * In rekenverhalen komen hoeveelheden voor vanuit verschillende contexten; leerlingen leren de situaties in getallen weergeven los van het verhaal.

Hulpmiddelen kunnen zijn: kastanjes, steentjes, losse kralen, handen, rekenrek, 100-ketting.